Didactische vernieuwing van technische leermiddelen in MBO, HBO en TU

11 2. Leermiddelen ontwikkeling Er was ooit sprake van bewuste afstemming van praktische leermiddelen op de onderwijsleerprogramma’s. O.a. met outillagebeschrijvingen voor gedefinieerde technische opleidingen. Maar dit soort centrale ontwikkeling is er niet meer. Een grotere rol voor fabrikanten van technische leermiddelen zoals GUNT? Ooit was er “Het plan Faber” waarmee rond 1960 de toenmalige ambachtsschool van 2 jaar naar 3 en 4 jaar werd opgewaardeerd en er een integraal thematisch leerplan kwam dat was uitgewerkt in een volledige koppeling van technische en algemene vakken. In die tijd was er al volledig thematisch en integraal onderwijs. In deze zelfde periode ontstond de HTS (voorheen MTS) en kwam er door het bedrijfsleven ondersteund technisch onderwijs op middelbaar niveau (MBO). Het nieuwe technisch MBO kreeg op termijn per studierichting een leerplancommissie die in overleg met het bedrijfsleven tot de eindjaren ’90 de theorie, praktijk en practicums bepaalden voor opleidingen. Deze commissies zijn afgeschaft. Dit VMTS-samenwerkingsmodel is inmiddels helemaal losgelaten. De huidige scholen in de vorm van ROC’s staan er praktisch alleen voor. Het technisch HBO is van meet af aan gericht geweest op de eigen regio, had daardoor vaak specialismen en een methodiek die sterk afgeleid was van het technisch universitair onderwijs. Deze situatie is er eigenlijk nog steeds. Ook het HBO is vrijwel op zichzelf aangewezen waar het gaat om de ontwikkeling van leerinhouden en de vormgeving daarbij. Er bestaat absoluut geen consensus over de ideale leeromgeving in het middelbaar, het hoger en het universitair technisch onderwijs. Het gevolg is dat een leermiddelenfabrikant hierin een eigen opvatting (nodig) heeft en scholen moeten winkelen binnen dat aanbod of zelf leermiddelen samenstellen. Dit laatste gebeurt met een grillig resultaat. Duidelijk is dat docenten niet per definitie leermiddelenontwikkelaars zijn en dat eigen leermiddelenontwikkeling te veel tijd vergt, te kostbaar is en geen optimale didactische kwaliteit kan halen. De aanschaf van industriële producten voor lesdoeleinden heeft vaak als nadeel dat deze didactisch weinig tot niets te bieden hebben.

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=